Kijk naar je patiënt, niet naar je monitor.
Hi, ik ben Marijn
Marijn wist al een hele tijd dat hij verpleegkunde wilde gaan studeren. Eerst in Rotterdam, later in Breda. Hij kreeg op jonge leeftijd diabetes. Vandaar dat hij veel in het ziekenhuis was. De rol van verpleegkundige heeft indruk gemaakt. Ondertussen werkt hij 5 jaar bij Amphia. Hij heeft hier stagegelopen vanuit zijn opleiding tot verpleegkundige. Na zijn scriptie mocht hij terugkomen op zijn laatste stage-afdeling, traumachirurgie. Hij startte in overleg op de vaatchirurgie. Dichtbij zijn oude collega’s, voelde dit vertrouwd. Na 2 jaar begon Corona. De IC zocht ondersteuning. Dat zag hij wel zitten. Als ondersteuner ging hij steeds meer oppakken. “Zo nam ik op termijn bijvoorbeeld zelfstandig bloedgassen af. Toen er een opleidingsplek beschikbaar kwam, wist ik het meteen”, vertelt Marijn. Hij startte de opleiding. Benieuwd hoe hij dit ervaren heeft? Dat lees je hieronder.
Begeleiding tijdens opleiding
“Tijdens mijn stages op de afdeling en ervaring op de afdeling als startende verpleegkundige, zie je in je dienst soms wel 6 verschillende patiënten”, vertelt Marijn. Op de IC zit daar een groot verschil. Tijdens je dienst zorg je voor 1 patiënt. Maximaal 2, maar echt niet meer vertelt Marijn. “Je hebt 5 vaste begeleiders. De begeleiding is dan ook echt goed. Alle begeleiders zijn op de hoogte van mijn leerproces en ontwikkeling. Ze weten waar je staat. En wat je moet doen.” Verder vertelt hij dat het een groot team is. Je kent niet altijd iedereen even goed, maar de vaste begeleiders nemen je mee en sturen bij waar nodig in de opleiding. Je moet zelf de regie nemen, maar samen met hen, pak je echt door op wat je leert in een lesdag en je dat in de praktijk blijft toepassen. “Je start met andere studenten. Je volgt samen je lesdagen, je gaat samen naar school. Op de afdeling zie je elkaar zeker en heb je ook contact over je traject, maar je hebt wel andere begeleiders en je doorloopt de praktijk allemaal op een andere manier dus je kunt dit niet 1 op 1 met elkaar vergelijken. Je doorloopt allemaal een ander traject, je ziet andere patiënten met andere ziektebeelden. Het is leuk om dat met elkaar te delen.”
“Aan het begin van de dienst krijg je een volledige overdracht aan het bed van de vorige dienst. Na de overdracht verdiep je je dan in de voorgeschiedenis van patiënt. Wat weet ik bijvoorbeeld nog niet, of wat is nieuw aan het ziektebeeld. Na de overdracht stel je dan doelen op met je begeleider voor die desbetreffende dienst. Iedere dienst is anders en vraagt andere zorg en inzicht. Hoe verder je in de opleiding bent, hoe complexer je patiënten worden. Aan het eind draai je een D-categoriepatiënt. Deze patiënten reageren bijvoorbeeld niet direct, of vrijwel niet, op behandeling. Je bent dan continue bij de patiënt aan het bed. De complexiteit van zorg, het nadenken hierover en het toepassen maken het zwaarder, maar heel interessant.”
IC van Amphia
“We doen hier alles op de IC. We zijn een grote afdeling”, vertelt Marijn. “Zo hebben we ook een regiofunctie wat betreft complexe hartpatiënten. Deze patiënten worden naar ons doorverwezen. Ook draaien we hier dialyse. Complexiteit qua zorg ten over eigenlijk.” Dat maakt het soms stressvol. “We worden opgepiept voor reanimaties en acute situaties overal in huis. Maar bijvoorbeeld ook om te assisteren bij het uitzuigen van een patiënt, het inbrengen van een infuus of het meedenken in welke zorg de patiënt nodigt heeft en of de verpleegafdeling daar voldoende in kan bieden. Dat maakt mijn werk zo leuk en afwisselend.” Zo vertelt hij ook dat ze worden opgepiept vanuit het huis voor de beademing van een patiënt bijvoorbeeld. Die patiënt gaat dan direct mee naar de IC. Daar wordt hij dan geïntubeerd en beademt. De omgeving van de IC heeft al het materiaal en beademingsmachines bij de hand waardoor dit een meest veilige omgeving biedt voor de patiënt. Acute zorg zorgt voor acute communicatie. “We moeten direct zijn en er is dan geen tijd voor een kletspraatje. Maar dat is ook de reden dat we de afdeling op gaan. Het leuke aan onze IC vind ik dat we met zoveel zijn. Zo leer je op je eigen manier van elkaar en hoe iedereen op een andere manier invulling geeft aan zijn of haar functie. Ik verzamel dan ook graag zoveel mogelijk mensen om me heen.”
Diploma op zak
“Ik ga lekker meters maken”, zegt Marijn. “Vooral veel leren, dingen zien. Het leuke van zo’n groot team is, dat ik collega’s heb die er al een hele poos zijn. Zij delen casussen van 10 jaar ervaring. Daar leer ik weer van. Ik vind de IC echt de leukste afdeling van het ziekenhuis. Van hollen naar stilstaan, extreem complexe zorgvragen oplossen. Verhalen zijn hier ook triest en droevig. Maar humor maakt het een stuk draaglijker. Ik wil echt nog niet weg. Voor nu draai ik veel uren aan het bed en zorg ik voor mijn patiënten. Daar haal ik voldoening uit.”
Trots
“Trots dat ik mijn opleiding heb behaald ben ik wel”, vertelt Marijn. “Soms heb ik me echt verkeken op wat het van me heeft gevraagd. Het is echt best lastig om jezelf te profileren als student binnen de acute zorg, binnen een acuut team. Je moet jezelf bewijzen. Iedereen is welkom, maar je behaald in korte tijd een bepaald niveau van zorg dat essentieel is voor het verlenen van acute zorg. Dat is soms best pittig. Nu verleen ik specialistische zorg op hoog niveau. In korte tijd heb ik ontzettend veel geleerd maar wat ik iedere dienst weer meeneem, is dat ik kijk naar mijn patiënt. Niet naar de monitor. Die monitor hangt dan wel naast het bed, en geeft heel veel waardevolle informatie weer. Je ziet daar alles op. Getallen over saturatie, hartslag en bloedruk zeggen veel, maar de patiënt zegt nog veel meer.”